Jur Haak jr.
(1919-1970)
8028J ?
– student wiskunde
– Zet zich in voor hulp aan Joodse onderduikers
Jurrian Haak jr. is de oudste zoon van het echtpaar Haak. Hij wordt geboren op 19 juli 1919 te Semarang, maar groeit op in Nederland. Ook treedt hij toe tot de Doopsgezinde Broederschap. In 1938 gaat hij op kamers wonen en, net als zijn vader, aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam wiskunde studeren.
Al kort na het uitbreken van de oorlog sluit hij zich aan bij het georganiseerd studentenverzet; ook raakt hij betrokken bij het werk van Groep 2000, mogelijk via zijn moeder of Cor Inja. Na de eerste deportaties komt het accent te liggen op het veilig onderbrengen van Joodse kinderen. Juist als hij – zoekend naar meer tijd voor zijn studie – weer thuis is gaan wonen, wordt hij door Utrechtse studenten benaderd met het verzoek in Amsterdam een groep op te richten om het door hen opgerichte Utrechts Kindercomité van ‘aanvoer’ te voorzien. Hij vindt hiertoe een drietal goed bekenden bereid, dat juist examens achter de rug – en dus alle tijd beschikbaar – heeft, waaronder zijn zus Tineke. Dat drietal vormt, aanvankelijk samen met Jur, de kern van wat de Amsterdamse Studenten Groep (ASG, alias groep P.van Doorn) is gaan heten en waar zich vooral vrouwelijke studenten bij aansluiten.
De activiteiten van de ASG zijn uitvoerig beschreven. 259 Jur kan zich geleidelijk uit deze groep terugtrekken en in het vroege voorjaar van 1943 net op tijd zijn kandidaatsexamen halen.
In april 1943 moet Jur, zoals velen die de ‘loyaliteitsverklaring’ niet ondertekenen, onderduiken om ‘Arbeitseinzatz’ te voorkomen. Hij doet dat, tot eind 1943, in het botenhuis van ‘Nereus’, waar hij nog menig onderduiker tijdelijk kan huisvesten. Na de arrestatie van zijn ouders moet Jur ook zijn andere verzetsactiviteiten verminderen. Hij voelt zich als oudste verantwoordelijk voor zowel gezinszaken die blijvend behartigd moeten worden, als voor hetgeen ten behoeve van zijn ouders in gevangenschap geregeld moest worden; ook neemt hij de lesuren van zijn vader op het Montessori Lyceum over.
259 Over ASG : Flim, Bert Jan, Omdat hun hart sprak. (Kampen, 1996)
Kort na de oorlog vertelt Jur zijn broers en zusters dat hij de ‘8028J J.Haak op de oorkonde van Groep 2000 is, en niet vader Haak (zoals uit het overlijdensteken valt af te leiden), maar door onbekendheid van die Groep wordt daar weinig gewicht aan gegeven. In hun beeldvorming vloeit het verzetswerk van het gezin voornamelijk voort uit de activiteiten van zus Tineke, die zich tot het eind van de oorlog fulltime voor de ASG werkt. Zij zou door Israel met de Yad Vashem onderscheiding zijn geëerd als zij die niet om politieke redenen zou hebben geweigerd.
Zowel de eigen verzetsactiviteiten van moeder Haak als grotendeels die van Jur zelf, zijn tot 2015 dus vaag gebleven.
Na de oorlog is Jur aan het Montessori Lyceum verbonden gebleven, eerst als leraar en vanaf 1956 tot zijn onverwachte overlijden, als rector.
PvT/FR