Jacoba van Tongeren
 (1903-1967)

1015

– maatschappelijk werkster
– leidster Groep 2000

Jacoba van Tongeren wordt op 14 oktober 1903 geboren in Tjimahi bij Bandoeng, op Java, in Nederlands-Indië. Haar vader, Hermannus van Tongeren, is officier in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Hij bouwt bruggen over ravijnen en woont daar vlakbij. Jacoba brengt een belangrijk deel van haar jeugd bij haar vader in het oerwoud door en wordt door hem opgevoed. In 1916 gaat het gezin terug naar Nederland. Jacoba volgt een verpleegstersopleiding en als de oorlog uitbreekt, is zij maatschappelijk werkster bij de Bijzondere Kerkelijke Gezinszorg. Direct na de Duitse inval neemt haar vader initiatieven tot verzet en betrekt zijn dochter Jacoba daarbij. Ze wordt door hem opgeleid en voorbereid om een verzetsgroep te leiden. Zo zijn ze vanaf het begin betrokken bij het eerste jaar van Vrij Nederland. Haar vader is Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren. Hij wordt al in oktober 1940 door de Duitsers gearresteerd en komt in maart 1941 in Sachsenhausen om.

Jacoba van Tongeren is de enige vrouw die een verzetsgroep heeft opgericht en geleid gedurende de hele oorlog.

Groep 2000 heeft een Code met nummers, die op alle Groepsleden en 4.500 onderduikers wordt toegepast. Jacoba en haar Groep 2000 hebben twee machtige beschermers op de achtergrond: de Hervormde Kerk en de Orde van Vrijmetselaren.

Voor de oorlog heeft zij al tuberculose gehad, waarvoor ze zeven jaar moest kuren. Zij raakt door deze ziekte van voor de oorlog en de uitputting tijdens de oorlogsjaren snel na de bevrijding aan haar bed gekluisterd. Jacoba overlijdt op 15 september 1967.

In 1990 krijgt Jacoba postuum de Yad Vashem onderscheiding door toedoen van ‘Liesje’ of Elisabeth Waisvisz, die als joodse onderduikster bij Jacoba en Nel is ondergedoken en de oorlog overleeft; zie blz. 126. Wij, als de familie van Tongeren, wisten hier niets van af.

PvT

⇐ terug