Henk Kroon
(1892-1945)
1106
– Nederlands-Hervormd predikant
– helpt joodse onderduikers
Hendrik Roël Jacob Kroon wordt geboren op 7 maart 1892 te Amsterdam. Hij is de oudste in een gezin van vijf jongens. In 1917 trouwt hij met Maria Geertruida Rietmeijer. Ze krijgen twee dochters. Als de oorlog uitbreekt woont het gezin op het adres Postjeskade 239 III in Amsterdam-West.
Landschaps- en portretfotografie is zijn hobby. Kroon ontwikkelt foto’s en drukt ze thuis af. Hij houdt ook van tekenen. Vooral het ontwerpen van decoratieve randen heeft zijn belang-stelling. Hij is geïnteresseerd in techniek; hij bouwt radio’s en weet het een en ander van vliegtuigtechniek. Ook houdt hij zich bezig met astrologie, het berekenen en interpreteren van horoscopen.
Kroon is vrijmetselaar en is bevriend met Hermannus van Tongeren. Hij woont niet ver bij Jacoba vandaan. Wanneer hij weet welk gevaar Hermannus loopt, biedt hij Jacoba zijn hulp aan als vriend en buurman. Hij noemt Jacoba ‘Zusje van Tongeren’.
Henk Kroon sluit zich al in het begin van de oorlog aan bij Groep 2000. Daarnaast werkt hij samen met collega’s (dit waren geen groepsleden) aan allerlei illegale activiteiten. Vanaf augustus 1940 helpt hij mee met het verspreiden van het illegale blad Vrij Nederland in maçonnieke kringen.
Na de arrestaties bij VN zetten Jacoba en de overgebleven leden van Groep 2000 een nieuwe richting uit. Dit is de hulp aan onderduikers. Kroon, Troostwijk en Hoekstra pakken dat werk op. Het is pionierswerk. Geen van hen heeft ervaring op dit gebied. Henk Kroon helpt mee met de distributie van bonkaarten aan onderduikers.
Daarnaast is hij betrokken bij spionageactiviteiten. Hij fotografeert onder meer stafkaarten van Schiphol. Hij ontwikkelt foto’s van installaties uit de Amster- damse haven die hij van onder anderen groepslid Joseph Mendes krijgt. Deze informatie wordt doorgespeeld naar Engeland. Lange tijd heeft hij het zendstation in huis dat de overzeese contacten onderhoudt. Omdat hij goed kan tekenen vervalst hij persoonsbewijzen. Henk Kroon levert een bijdrage aan de werkzaamheden van de ‘Persoonsbewijzen-Centrale’ die onder leiding staat van Gerrit Jan van der Veen. Helaas maakt Henk Kroon het einde van de oorlog niet mee. Op 2 juni 1944 wordt het gezin Kroon thuis opgepakt door de S.D., nadat een van zijn collega’s, die in Haarlem is gearresteerd, zijn naam noemt. Zijn vrouw en kinderen worden na twee weken gevangenschap en diverse verhoren vrijgelaten.
Henk Kroon zit eerst op verschillende plaatsen in Amsterdam gevangen en is daarna naar Vught overgebracht. Op 5 september 1944 is hij vandaar getransporteerd naar het concentratiekamp Sachsenhausen. Wat er daarna met hem is gebeurd, blijft onzeker. Ondanks de vele naspeuringen van zijn familie is nooit zekerheid omtrent zijn lot verkregen en is er, buiten een paar getuigenverklaringen uit Sachsenhausen, niets meer van of over hem vernomen.
Henk Kroon was een man die veelvuldig bezig was met wat hem geestelijk motiveerde. Dat blijkt uit een getuigenis van iemand met wie hij in Sachsenhausen contact heeft. Ook blijkt dit uit een brief uit 1946 van Jacoba aan de echtgenote van Kroon. Daarin noemt zij Henk Kroon één van de weinigen die zich bewust is van de geestelijke achtergrond van de strijd tegen het Nazidom.
Jacoba schrijft in het Beknopt Verslag (pagina 23 en 24): ‘Wat de Groep en ik persoonlijk in hem verloren hebben, is niet te zeggen. Zijn fijne speurzin heeft hem voor het werk zeer waardevolle contacten doen leggen. Daarnaast was hij een bescheiden werker die nooit op de voorgrond trad, maar zich niettemin onmisbaar wist te maken door de wijze waarop hij verschillende opdrachten uitvoerde. Veel werk heeft hij ook mij persoonlijk uit handen genomen. Tal van kleine karweitjes, waar anderen geen zin in hadden en die zo licht zouden blijven liggen, werden door hem opgeknapt zonder dat iemand het merkte. Vóórdat toevallig eens de een of ander opmerkte: ‘O ja, hoe zit het daar toch ook weer mee?’, dan was het Kroon die met een fijn lachje rapport uitbracht, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat hij ‘dit maar even had afgemaakt’. In heel veel opzichten was hij als oudere vriend van mijn vader mijn raadsman geweest en in tijden van ziekte of ontstentenis het directe contact met het werk.’
Marieke Bos-Bouma (kleindochter)