Gerrit Jan van der Veen
(1902- 1944)
2200
– beeldhouwer te Amsterdam
– oprichter Persoonsbewijzen-centrale en lid van de Raad van Verzet
Gerrit Jan van der Veen is op 26 november 1902 geboren. Hij wordt beeldhouwer. Eerst maakt hij portretkoppen, later meer portret-reliefs. Van der Veen weigert in juli 1940 als blokhoofd van de Vrijwillige Luchtbescherming een Ariër-verklaring te tekenen. Vanaf de oprichting, eind 1941, van de Kultuurkamer richt hij zich hier fel tegen; hij is mede-initiatiefnemer van een ‘Adres aan Seyss-Inquart’ (ondertekend door 1902 kunstenaars), zamelt gelden in ter ondersteuning van kunstenaars die weigeren toe te treden en schrijft bijdragen voor W.J.C. Arondeus’ illegale Brandarisbrief. De Jodenvervolging leidt februari 1941 tot de Februaristaking en daardoor doet zich het probleem voor van onderduikers en hun verzorging. Gerrit van der Veen experimenteert, samen met onder anderen Frieda Belinfante en Rudi Bloemgarten, met het maken van valse Persoonsbewijzen. Gerrit Jan vindt een manier waarop hij het watermerk op een heel precieze wijze kan namaken. De Groep zonder Naam, later: Groep 2000, zet vanaf midden 1941 onder het mom van kerkelijk maatschappelijk werk, een landelijk netwerk op om onderduikadressen te vinden, financiële ondersteuning te verkrijgen en te voorzien in persoonsbewijzen en bonkaarten. Gerrit Jan en zijn vrienden besluiten met de Groep zonder Naam samen te werken.
Vanaf mei 1942 is hij redactielid van het illegale blad De Vrije Kunstenaar. Samen met F. Duwaer vormt hij in de zomer van 1942 de Persoonsbewijzen-centrale die zich bezighoudt met het (in eerste instantie met name voor Joodse onderduikers) vervalsen van onder meer Persoonsbewijzen, Ausweisen en stamkaarten. Een jaar later krijgt hij een leidinggevende positie in de Raad van Verzet. Als medeorganisator en deelnemer is hij betrokken bij diverse overvallen en brandstichtingen: op 10 februari 1943 op de GAB-cartotheek in Amsterdam, op 27 maart 1943 op het Amsterdamse Bevolkingsregister en op 29 april 1944 op de Algemene Landsdrukkerij in Den Haag waarbij 10.000 blanco PB’s worden buitgemaakt. Met het doel gevangenen te bevrijden, leidt hij op 1 mei 1944 de overval op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. De overval mislukt en Van der Veen wordt door kogels geraakt. Zwaargewond – hij loopt een dwarslaesie op- weet hij aanvankelijk te ontkomen. In mei 1944 wordt Gerrit Jan van der Veen door de Sipo gearresteerd, op 10 juni 1944 ter dood veroordeeld en diezelfde dag gefusilleerd.
uit: ‘De Eerebegraafplaats te Bloemendaal’