Frieda Belinfante
 (1904- 1995)

203

dirigent
– vormt met o.a. Gerrit van der Veen (2200) de
kern van het Kunstenaarsverzet.

Frieda Belinfante wordt geboren op 10 mei 1904. Haar vader is joods, haar moeder niet. Ze is een succesvol celliste als ze een keer het schoolorkest van het Baarns Lyceum dirigeert. Ze geniet er van. Daarna dirigeert ze succesvol het koor en het studentenorkest van de Universiteit van Amsterdam. In 1938 geeft ze in het Amsterdamse Concertgebouw een serie concerten met haar eigen kamerorkest. De critici zijn enthousiast. Tijdens een dirigenten-opleiding in Zwitserland is ze volgens de jury de beste van de twaalf jonge dirigenten.

Als op 10 mei 1940 de Duitsers Nederland bezetten, ontbindt zij het orkest. Frieda kiest voor het verzet. Ze begint met het vervalsen van persoonsbewijzen en hulp aan onderduikers. Daarin werkt ze samen met Gerrit Jan van der Veen en Rudi Bloemgarten. Midden 1941 ontmoet ze haar oude schoolvriendin Jacoba van Tongeren. Ze besluiten samen te werken in het vervalsen van persoonsbewijzen. Willem Sandberg, conservator van het Stedelijk Museum, richt de Centrale Kunstenaars Commissie op; een fonds voor kunstenaars die brodeloos zijn geworden na hun weigering lid te worden van de Kultuurkamer. Frieda is contactpersoon voor de musici, Gerrit van der Veen voor de beeldhouwers, Willem Arondeus voor de schilders. Zij vormen de kern van wat later het Kunstenaarsverzet is gaan heten. Deze groep beraamt ook de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister in maart 1943. Na de aanslag worden vrijwel alle leden van de verzetsgroep opgepakt. Frieda duikt onder. Vermomd als man probeert ze haar werk voort te zetten. De Gestapo maakt jacht op haar. Mensen waar bij ze onderdak vindt, lopen gevaar. Daarom vlucht ze naar Zwitserland waar ze in februari 1944 arriveert.

De terugkeer in Nederland, in 1945, is een desillusie. Niemand bekommert zich om de joodse mensen die terugkomen uit de onderduik of de kampen. Noch om verzetsmensen die vijf jaar lang in de illegaliteit hebben geleefd. Ze heeft bovendien het gevoel dat er voor haar als musicus geen plaats meer is. In 1947 vertrekt ze met haar cello naar Amerika en vestigt zich in Californië. Binnen een jaar is ze een veelgevraagd musicus. In 1954 wordt ze de eerste vrouwelijke dirigent van een professioneel symfonie orkest. Als het orkest in 1962 wordt opgeheven geeft ze tot op hoge leeftijd muziekles aan individuele leerlingen. De laatste vijf jaar van haar leven woont ze in Santa Fe, New Mexico, waar ze in maart 1995 overlijdt.

Toni Boumans (haar biograaf)

⇐ terug