Ds. Kleijs Hendrik Kroon
(1904-1983)

predikant
– ondersteunt Groepsleden geestelijk en moreel en roept op tot geestelijke verzet
– zet zich samen met zijn vrouw in voor joodse onderduikers

Kleijs Kroon is geboren op 5 mei 1904 in Hengelo. Hij groeit op in een ruimhartig gereformeerd milieu. Zijn vader is een kantoorbediende met belangstelling voor theologie. Kleijs gaat, nadat hij het openbaar gymnasium in Hengelo heeft doorlopen, theologie studeren. Eerst aan de VU in Amsterdam en vervolgens aan de RU Utrecht. In 1932 studeert hij af, waarna hij in de ‘Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband’ eerst hulppredikant is in Andijk en daarna predikant is in de gemeente Leiden/Noordwijk.

Kleijs Kroon is op 18 juli 1934 getrouwd met Henriette Paulina Johanna van Dijk. Het echtpaar krijgt vijf kinderen. Kort na het uitbreken van de oorlog verhuist het gezin naar Amsterdam.

Kroon is een man met een kritische instelling, die niet bang is de discussie aan te gaan. Hij behoort tot de groep predikanten die zich in de jaren dertig al verzet tegen het Nationaal Socialisme, in een tijd dat nog niet veel mensen in ons land de ernst van de Jodenvervolging inzagen.

Al voor de oorlog staat Kroon in contact met de Bekennende Kirche. Hij sluit zich aan bij een door ds. J. Koopmans (die bij de fusillade op de Weteringschans bij toeval door een kogel wordt geraakt en overlijdt) geleide studiegroep ‘de Lunterse Kring’ (opgericht in augustus 1940).

De Lunterse Kring is een kerkelijke verzetsgroep die op grote schaal berichten en artikelen heeft verstuurd, vooral naar predikanten, met de bedoeling om het kerkelijk verzet tegen het Nationaal Socialisme te stimuleren. Naast Koopmans en Kroon maken o.a. ook ds. Jan Buskes, Henk van Randwijk en Hebe Kohlbrugge deel uit van deze Kring. De geschriften worden verspreid in een grote oplage (soms 50.000 exemplaren) en worden door Vrij Nederland gedrukt. Kroon werkt mee aan de verspreiding en vertaalt ook (bijvoorbeeld een brief van Karl Barth die in 1942 door Hebe Kohlbrugge persoonlijk uit Zwitserland is overgebracht).

Eind oktober 1940 schrijft ds. Koopmans het pamflet “Bijna te laat!”. Kleijs Kroon heeft een groot aandeel in de verspreiding van dit pamflet. In 1941 spoort hij – (wederom) samen met ds. Koopmans en met ds. Miskotte – in een illegaal pamflet aan tot geestelijk verzet.

In 1942 stapt Kroon uit de Gereformeerde Kerk naar aanleiding van een leerstellig conflict en treedt hij toe tot de Nederlands Hervormde Kerk. Hij wordt hulppredikant bij ds. Koopmans en krijgt als werkterrein het pastoraat onder schippers. In Amsterdam heeft hij veel contact met Jan Buskes, Fedde Schurer en Henk van Randwijk.

Tijdens de oorlog woont het gezin Kroon op de Stadionweg in Amsterdam-Zuid. Kleijs Kroon en zijn vrouw Henriëtte hebben zich ingezet voor hulp aan joden. Vanaf 1942 tot het eind van de oorlog hebben zij twee joodse kinderen in hun huis verborgen gehouden. Speciaal hiervoor is in hun huis een dubbele muur als schuilplaats gemaakt.

Om de Duitsers te laten weten dat zij niet bang voor hen zijn, noemen Kleijs en Henriëtte Kroon hun in 1941 geboren dochtertje Esther Ruth.

Kroon komt geregeld naar bijeenkomsten van Groep 2000 in het wijkgebouw aan de Van Lennepkade, om de groepsleden die hier behoefte aan hebben geestelijk en moreel te ondersteunen. Het gaat er dan informeel aan toe: Kroon is een joviale man, gekleed in een versleten leren jasje die zijn koperen shagdoos onder de toehoorders laat rondgaan.

Kort na de bevrijding behoort Kroon tot de groep predikanten die ‘de doorbraak’ tot stand brengen en achtereenvolgens lid worden van de SDAP en PvdA. Hij zegt zijn lidmaatschap van de PvdA overigens in 1948 weer op vanwege de houding van de partijtop bij de politionele acties in Nederlands-Indië en vanwege de aarzeling van de PvdA om de in 1948 uitgeroepen staat Israël te erkennen. Dat laatste wil echter bepaald niet zeggen dat Kroon een kritiekloze bewonderaar van de staat Israël was. Zo plaatste hij in 1956 vraagtekens bij de veldtocht die Israël tegen Egypte ondernam.

Na de oorlog is Kroon blijven protesteren tegen antisemitisme in christelijke kringen, onder andere in zijn boek getiteld ‘Verwerp de oudwijfse fabelen’. Zijn bijnaam is ‘de rooie dominee’.

In 1950 wordt hij benoemd tot predikant in algemene dienst met standplaats Amsterdam, met de bijzondere opdracht ‘Het gesprek met Israël’. Hij staat aan de wieg van de Bijbelsociëteit “Tenach en Evangelie”, waarvoor hij en anderen wekelijks inleidingen houden. Hij is een voorvechter van het gesprek tussen Joden en christenen en richt in dat kader het blad ‘Bekirbénoe’ op. Ook in andere bladen (‘De Groene Amsterdammer’, ‘De Waagschaal’ en ‘Hervormd Nederland’) schrijft hij jarenlang wekelijks artikelen waarin dit onderwerp vaak centraal staat. Kroon was vernieuwend in de gedachte geen zending onder de Joden te willen doen; hij vond dat juist de christenen meer over het Jodendom moesten leren en niet andersom.

In 1970 gaat hij officieel met emeritaat, maar hij zet zijn activiteiten voort omdat er voor hem in de commissie “Tenach en Evangelie” eerst nog geen opvolger kan worden benoemd. Ondanks zijn wankele gezondheid blijft hij actief in de ‘Hervormde Raad voor Kerk en Israël’. Hij trekt nog regelmatig het land in om lezingen te geven. Ook spreekt hij een aantal keren in ‘De Populier’ (studentenecclesia Amsterdam). Uiteindelijk beëindigt hij in 1979 zijn werkzaamheden.

In 1980 worden Kleijs Kroon en Henriëtte Kroon-van Dijk door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.

Kleijs Kroon overlijdt op 20 oktober 1983, op de leeftijd van 79 jaar.

FR

⇐ terug