Ds. Frans Boenders
 (1887- 1955)

predikant en advocaat
– regelt in 1944 een aantal maanden in Zuid-Nederland distributiebonnen voor
Groep 2000

Franciscus Coenraad Marinus Boenders is geboren op 19 mei 1887 te Middelburg als zoon van een boekhandelaar. Hij studeert theologie en rechtswetenschappen (gepromoveerd). Hij is van 1911-1916 Nederlands-Hervormd predikant en wordt daarna dominee in een krankzinnigenkolonie in België. Er zijn in deze kolonie een paar honderd Nederlanders voor wie Boenders tot in de jaren vijftig zorg zal dragen. Vanaf 1922 is Boenders werkzaam als advocaat in Utrecht.

Eind jaren twintig vervult Boenders belangrijke functies in de Vrijmetselarij. Onder meer is hij (in 1929) Groot Redenaar (woordvoerder) van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. In 1935 wordt hij predikant in Oss.

Boenders is zeer bevriend met Hermannus van Tongeren, de Grootmeester. Hij komt regelmatig bij hem thuis. Ook met Jacoba heeft Boenders een goede band. Hij zoekt haar vaak op in Groenekan als ze ziek is. Jacoba schrijft dan ook over die periode in Groenekan: ‘Zonder vader, zonder de dokter, juffrouw Temmink en mijn twee trouwe vrienden, ds. Bernard Aris en ds. Boenders, zou ik het nooit hebben gerooid.’

In de oorlogsjaren is bij Boenders een Joods echtpaar ondergedoken. Dit wordt ontdekt, waarna hij wordt gearresteerd. Van 12 augustus 1942 tot 24 juni 1943 zit hij gevangen; eerst zes weken in de gevangenis in Haaren, daarna in het ‘Oranje Hotel’.

Na zijn vrijlating zet hij zich in voor Groep 2000. Hij regelt als predikant in zijn gemeente te Oss distributiebonnen voor Groep 2000. De bonnen worden opgehaald en per trein naar Amsterdam gebracht, tot dit vanwege de spoorwegstaking niet meer mogelijk is. Na de oorlog is hij nog tot 1948 predikant in Oss. Daarna wordt hij benoemd in Oisterwijk. Op 26 april 1953 gaat hij met emiritaat. Hij overlijdt op 2 mei 1955 te Budel.

FR

⇐ terug