Dr. Piet Stiggelbout
 (1895- 1969)

1400St

gemeentearts in Amsterdam
– groepsarts van Groep 2000 en van Jacoba

Pieter Marinus Stiggelbout wordt op 5 oktober 1895 op Texel geboren. In 1913 gaat hij medicijnen studeren in Amsterdam. Daar leert hij zijn vrouw Anna Cornelia Luyrink (1893) kennen, met wie hij na zijn afstuderen op 29 september 1921 trouwt. Als arts verhuist hij naar Drenthe. Zijn vrouw vindt het leven in de toen nog doodarme veenkoloniën zó afschuwelijk dat zij de in die tijd enige uitweg kiezen: naar Nederlands-Indië. Piet Stiggelbout werkt een korte tijd als gouvernementsarts in Batavia en accepteert dan al snel een baan als arts bij de Hospitaal-vereniging Martabing in Tebing-Tinggi (Sumatra’s Oostkust). In 1933 verhuist het gezin naar Amsterdam waar hij gemeentearts op Kattenburg wordt. Hij wordt lid van de vrijmetselaarsloge Nos Vinxit Libertas. In die loge raakt hij nauw bevriend met Hermannus van Tongeren: dit zou zijn leven in de daarop volgende oorlogsjaren bepalen.

In de crisisjaren na 1933 is het leven op Kattenburg alles behalve gemakkelijk. Het is een arme, politiek zeer actieve communistische wijk, waar vechtpartijen met de politie schering en inslag zijn. Hij heeft er een grote, overwegend orthodoxe en straatarme, Joodse praktijk. Als Stiggelbout de kans krijgt, verhuist hij naar de 2e Constantijn Huygensstraat in Oud West.

Als de oorlog uitbreekt, is het dáár dat hij actief wordt in de Groep 2000 met ‘juffrouw’ van Tongeren (vrouwen blijven in die tijd tot hun trouwen ‘juffrouw’) als naaste medewerkster. Hij is lid van Groep 2000, Groepsarts én (huis) arts van Jacoba van Tongeren.

Hij spreekt vrijwel nooit over dat werk, niet in de oorlog en ook ná de oorlog niet. Wél vertelt hij mij (zijn 3e zoon, Pim) eens – ik studeer dan zelf medicijnen – dat het verzet (de ‘illegaliteit’) gebruik maakt van de angst die de Duitsers hebben voor infectieziekten als tuberculose, waar toen nog geen behandeling voor was. Jonge mannen die zich moeten melden voor de ‘Arbeitseinsatz’, laat hij ’s morgens vroeg naar zijn ziekenfondsspreekuur komen. Hij brengt daar een blaascatheter (een flexibel rubber slangetje) in waardoor hij urine inbrengt die besmet is met tuberculose bacillen. Bij de keuring, die dezelfde ochtend plaatsvindt, zegt de ‘patiënt’ dat hij niertuberculose heeft en worden onder de microscoop die tuberkel bacillen vanzelfsprekend direct ontdekt. De man wordt natuurlijk vrijgesteld van de arbeidsdienst – en krijgt als bonus nog extra bonkaarten om aan te sterken.

Piet Stiggelbout overlijdt in 1969.

Pim Stiggelbout (zoon)

⇐ terug